Belofte maakt schuld
“Hoi Annette, Carin hier”. “Hoi Carin, ik ben hier”. Dit was iedere keer zoals onze ontmoeting begon, op het moment dat ik jouw voordeur had geopend, de hal binnengestapt was en de haldeur opende. Waar “hier” was moest ik altijd even uitvinden. Maar meestal zat je in de woonkamer in jouw zwarte leren fauteuil en stond de televisie aan die zorgde voor wat achtergrondgeluid. Naast jou op de glazen bijzettafel, lagen meestal wat troepjes, soms ook op de grond, doordat je wat had laten vallen. Verder lag de handtas aan je voeten. En op het tafeltje stond een glas water, kom drinkvoeding, soms nog een koffiemok gevuld met milde Senseo koffie en een bakje vanillekwark. Uiteraard mag ik de sigaretten en aansteker niet vergeten. De blindegeleidestok hing nog werkloos aan je fauteuil of stond tegen het raam naast de tuindeur. Een andere keer, vooral als ik wat vroeger in de ochtend kwam, lag je lekker warm in je bed. Soms nog opgekruld en anders op je rug lekker uitgerekt onder het dekbed. Of je zat in je ochtendjas buiten op het krukje voor je uitstarend met je sigaret die je toch iedere keer weer wist aan te steken, te roken. En als je klaar was, werd de peuk uitgemaakt tegen de inmiddels zwartgeblakerde muur en vlogen de vuurvonken op je kleding of badjas. Weer een brandgat erbij. Maar beter dan dat je binnen rookt en de boel in brand vliegt. Als ik je dan een kus op je hoofd gaf, zei je: “Hmmmm wat ruik je lekker”.
Natuurlijk was het niet makkelijk voor jou om je onafhankelijkheid op te moeten geven. Het is ook een strijd geworden! Jij, die altijd zorgde voor andere mensen in jouw zo gewaardeerde werkplek in het ziekenhuis, werd nu zelf de patiënt. Je wilde de regie houden en dat begreep ik heel goed. Vanaf dit jaar merkte ik dat je langzamerhand je meer hieraan kon overgeven.
Ik hield van je eigenheid en je eigen-WIJS-heid. Want wijs was je zeker. Een pientere, intelligentie vrouw met een scherpe geest. Ook je zelfspot en humor maakten, dat we regelmatig in een schaterlach uitbarstten. Samen veel met elkaar gepraat over jouw jeugd, je werk, je teleurstelling in de liefde en hoe dit veranderde toen je jouw maatje leerde kennen. De eenzaamheid na zijn overlijden, het terugtrekken uit vriendschap en de mensen om je heen. Hoe whisky je beste vriend werd en jou iedere dag gezelschap hield. Het zorgde ervoor dat je lekker kon slapen, of dat je ging dwalen waarbij je nog wel eens met een bont gekleurd hoofd of ontvelde plek op een been of arm wakker werd. “Maar ik drink er maximaal twee hoor en niet voor de avond”. Ach ja.
Jij leefde jouw leven en ik had daar geen oordeel over. Ik ben met je meegelopen op het pad dat jij wilde bewandelen. Jij nam de beslissingen bepaalde zo de richting, ik sloot aan en regelde de zorg en veiligheid die je nodig had. Ik ben blij dat ik heb waar kunnen maken wat ik je beloofd heb: thuis blijven wonen en hier ook sterven.
Lieve Annette, hier eindigt jouw pad. Ik wil je bedanken voor je aanwezigheid en het feit dat ik een eind met je mee mocht lopen. We hebben vele bochten, kronkels, oneffenheden, gaten en richtingen verkend. Ik wil je bedanken voor je gezelschap, je gulle lach en de mooie gesprekken. Vanaf vandaag loop ik mijn levenspad verder zonder jou, maar ik neem je mee in mijn gedachten.
Ik ben ruim anderhalf jaar mantelzorger en gevolmachtigde van Annette geweest.